top of page

Waar is de Omgevingsmanager in het Sociaal Domein?

Voor een scala aan complexe samenwerkingstrajecten kunnen professionals in het sociaal domein inspiratie putten uit de wereld van de infrastructuur. En zeker ook… vice versa.


Omgevingsmanagement is als metier misschien nog niet volwassen, maar toch zeker een hard groeiend kind van een jaar of negen. Het beroep omgevingsmanager zal nog niet bij iedereen tot de verbeelding spreken maar een exotische functietitel is het toch ook niet meer. Op de Landelijke Omgevingsmanagementdag (LOMD) kwamen dit jaar 500 professionals bijeen om over het vak te praten. De omgevingswet komt eraan (2021) en in veel opzichten wordt ze al toegepast; voor overheden is er geen ontkomen aan. Voor bedrijven is kundig omgevingsmanagement nu al essentieel om opdrachten te winnen. Gevolg: burgers en maatschappelijke organisaties participeren al veel eerder in het proces en komen steeds meer aan tafel met bouwers, planners en geldschieters.


Het veld om deze complexiteit te managen ontwikkelt zich snel met een mozaïek aan nieuwe initiatieven, methodes en producten. Een duidelijk overzicht van wat (bewezen) resultaat oplevert ontbreekt vooralsnog. En dat kan nog wel even duren: omgevingsmanagement zit in een groeifase van uiteenlopende ideeën, met verschillende zienswijzes op waar de kansen liggen om het beter te doen. Organisaties en managers kunnen –excuus aan taalpuristen– toolboxen inzetten om participatie te ontwerpen en faciliteren. Er zijn een scala aan slimme, interactieve applicatie-tools (smarticipatie;excuus 2) die managers in staat stellen meer omgeving te betrekken, online tracékaarten die burgers visueel inzicht geven in impact-in-de-achtertuin, apps om het ‘evoluerend sentiment’ van stakeholders te meten, risico’s te managen, maar ook om te anticiperen of reageren op denkgroepen, coalitievorming en, natuurlijk, ontluikende haarden van weerstand.

 De moeilijkste omgeving is de eigen omgeving 

En zo bewandelt de omgevingsmanager voortdurend een spanningsveld binnen haar eigen professionele domein. Sta jij ’s morgens op om alle belangen helder op tafel te krijgen en er zoveel mogelijk te dienen? Of om zo kundig met informatie om te springen en beeldvorming te managen dat de initiatiefnemer met wat aanpassingen in de marge een project krijgt zoals oorspronkelijk uitgedacht door de infra professionals? Zonder twijfel bevinden de grootste onderhandelingsuitdagingen zich ook binnenshuis. “De moeilijkste omgeving is de eigen omgeving”, aldus een workshop deelnemer. Competente omgevingsmanagers inzetten is één ding; organisatiebreed bewustzijn is de hogere uitdaging voor planners, bouwers en overheden. 


Een interessante verwante vraag is of volledige digitalisering van participatie de omgevingsmanager ook altijd meer grip geven. In het canvas omgevingsmanagementwordt een project door stakeholders samen doorgelicht en ouderwets op een groot stuk papier aan de muur gehangen. Misschien niet cast in stone, maar wel taped on a wall. Wat er op staat kan waarschijnlijk grotendeels ook door de omgevingsmanager zelf bedacht worden; het verschil is wellicht dat het groepsproces het bewustzijn over en het intern mandaat van de omgevingsmanager vergroot.


Geen twijfel dat er nog veel ruimte is voor groei als professioneel domein. Buiten een aantal academici die van buiten naar binnen kijken zijn er niet heel veel omgevingsmanagers die succes en falen uit de praktijk regelmatig opschrijven en (breed) delen. Met een wedstrijd voor de beste paper en pictures probeert het platform daar verandering in te brengen (idee: een Faalpodium zou een even gewaagde als leerzame toevoeging zijn op de 10e verjaardag van LOMD 2020). Er is serious gaming ontwikkeld om deelnemers bewust te maken van inhoud, proces en gedrag rondom de omgevingswet. Ook zijn er initiatieven die wetenschap en toepassing bij elkaar brengen (zoals bijvoorbeeld deze met de UvA) en bieden specialisten trainingen en professionele leergangen aan; tegelijkertijd is er nog geen certificering van omgevingsmanagers (of consensus of dit wel nodig is), zijn de mogelijkheden in het hoger onderwijs nog beperkt (geen Masters Omgevingsmanagement); alsmede het aantal Nederlandstalige boeken over het vakgebied zelf.


Inspiratie van en naar het Sociaal Domein


Er gaat dus nog veel gebeuren. Wat op LOMD opvalt is het veelvoud van initiatieven op analytisch-technisch gebied om samenwerken in complexe projecten efficiënt aan te pakken. Deze data-gedreven benadering is misschien te verklaren vanuit de bouwkundige en planologische oorsprong van de sector. Het gaat immers om infrastructuur. Maar eigenlijk gaat het vooral om mensen. En die laten zich vaak moeilijk vangen in modellen of app-groepen. Er is (nog) een relatief kleine rol voor de onderhandelingsuitdagingen “aan tafel” (van keuken- tot bestuurstafel) die vaak het succes of falen van de omgevingsmanager bepalen. De zogenoemde empathische of relationele kant; precies de kant waarbinnen in het sociaal domein van nature zo veel expertise ligt.


Uiteraard zijn er grote verschillen met de wereld van gezondheidszorg, jeugdzorg, opvoeding, wonen, en welzijn. De omgevingswet hevelt macht over van de overheid naar de burger, terwijl de grote veranderingen in het sociaal domein gaan over een overdracht van centrale naar lokale overheden (of een opdracht de keten op lokaal niveau opnieuw in te richten, zoals bijvoorbeeld in de aankomende wet verplichte GGZ) . De omgevingswet geeft één groots referentiekader; in het sociaal domein hebben gemeentes en stakeholders te maken met een web aan complexe wetgeving en decentralisatieprocessen; overal participatie, onderhandelen en samenwerken maar steeds weer in een andere juridische context.


De overeenkomsten tussen sociaal en infrastructuur zijn echter té talrijk om het uitwisselen van kennis te laten schieten: geen opgelegde blauwdrukken voor processen; participatie van alle betrokkenen staat centraal, lokale overheden die meer pro-actief regie moeten gaan voeren, meerdere dossiers die in verbinding met elkaar moeten staan (bv. werk, wonen, zorg en inkomen), en een veelvoud aan stakeholders –bekend en onbekend– die op verschillende momenten het proces binnen kunnen komen. Dat vraagt om kunde die verder gaat dan vakexpertise in één domein: om de omgevingsmanager in het sociaal domein dus. Ze zijn er wel –onder velerlei mooie titels, de procesmanagers, kwartiermakers, dialoogmakers– maar niet onder één gemeenschappelijk metier. En vooralsnog zonder uitdrukkelijk van elkaar te leren in een professionele community van praktijkmensen die ideeën met elkaar uitwisselen. De omgevingsmanagers die beide domeinen doorkruisen zijn nog zeldzaam.


De managers complexe samenwerking uit het sociaal domein moeten dus eens langskomen op LOMD: de nieuwste apps bekijken en een uurtje serious gaming doen. En omgevingsmanagers moeten eens meelopen in de complexe onderhandelingen tussen gemeenten, GGZ instellingen, de “blauwen” van de politie en de “witten” van de ambulancediensten. Ook dat wordt genieten, vragen stellen en heel veel leren.

Comments


bottom of page